In opdracht van de provincie Noord-Brabant heeft JvESCH als onderdeel van de combinatie ESCHDOORN voor de allereerste keer een infra-project volledig emissieloos uitgevoerd. Het project is in samenwerking met verschillende partners gerealiseerd, om zo de allernieuwste innovaties op het gebied van duurzaam werken samen te kunnen brengen.
Op de projectlocatie
Maandag 25 juli 2022 is het op de N289 in Ossendrecht een drukte van belang als het project wordt opgestart. Verschillende op het eerste gezicht normaal uitziende machines worden gelost, getest en de goot langs het fietspad wordt opgebroken. Wilfred van den Bliek uitvoerder bij JvESCH vertelt: ‘We hebben van de provincie Noord-Brabant de opdracht gekregen om op deze locatie een inrit van de Provinciale weg in de oude staat terug te brengen. Hiervoor vervangen we het asfalt tussen de inrit en provinciale weg door bestrating’.
Een voorbeeld van integraal en duurzaam samenwerken
Al het onderhoud dat ESCHDOORN in opdracht van de provincie Noord-Brabant aan provinciale wegen uitvoert, valt onder een UAV-GC contract. Dit betekent dat het werk niet alleen wordt uitgevoerd, maar dat er ook actief verbeter voorstellen worden ingediend. Zo heeft JvESCH een voorstel gedaan zoals het vervangen van de verhoogde bandenrand naast het fietspad door gootkolken. Hierdoor neemt het valgevaar voor fietsers af. Ook worden er nog een aantal andere kleine klusjes meegenomen waaronder het verwijderen van oude grenspalen. Dit is een stuk efficiënter dan wanneer we hier later nog meerdere keren voor moeten terugkomen.
Duurzaam werken wordt steeds belangrijker. Om hier meer ervaring in op te doen, heeft JvESCH aan de provincie voorgesteld om dit project als één van de eerste projecten in Brabant volledig emissieloos uit te voeren. Dit betekent concreet dat er uitsluitend gebruik wordt gemaakt van emissieloze voertuigen en machines op de werklocatie, tenzij er echt geen ander alternatief voor handen is. Ook worden vrijkomende bestratingsmaterialen uit het project zoveel mogelijk ter plaatse hergebruikt om transportbewegingen voor aan- en afvoer zoveel mogelijk te beperken.
Emissieloos materieel: organisatorische uitdagingen
Wilfred vertelt: ‘Het was in het begin nog erg spannend of het ging lukken omdat bij veel fabrikanten emissieloze technieken nog in de kinderschoenen staan. Hierdoor zijn er van de nodige machines en voertuigen vaak maar één of enkele exemplaren in Nederland. Het eigen materieel werd daarom aangevuld met dat van andere bedrijven. Zo werd de elektrische Tomach minigraver, trilplaat en bandenzaag van het bedrijf van der Sanden uit Drunen voor één van de eerste keren ingezet. Verder is gebruik gemaakt van een Volvo FE ELECTRIC vrachtwagen met knijper van Vrijbloed, waarvan er maar enkele in Nederland zijn. Deze moest speciaal uit Amsterdam komen. De eigen volledig elektrische Toyota Proace bussen van JvESCH zijn pas enkele maanden in gebruik, die heeft het bedrijf aangevuld met de Giant loader’.
Primeur: Innovatieve Hydrozine (mierenzuur) technologie toegepast
Al dat materieel moet natuurlijk ook worden opgeladen op een verantwoorde manier. Om alle elektrische voertuigen en machines emissieloos te kunnen opladen op locatie is in samenwerking met DENS en F&L Powerrental als eerste ter wereld de DENS X2 Hydrozine Aggregaat gerealiseerd voor dit project.
Om dit te onderstrepen is CEO van DENS en mede-uitvinder Max Aerts speciaal naar Ossendrecht afgereisd om de eerste in deze serie geproduceerde Hydrozine generator in gebruik te nemen. Max wijst trots naar het serienummer 1 op het type plaatje en vertelt dat de ingebruikname van de eerste generator een nieuwe stap is in de in 2015 begonnen reis. Met een aantal medestudenten ontwikkelde hij een op afstand bestuurbare auto met mierenzuur als brandstof. Na verschillende succesvolle proof-of-concepts besloten ze in 2018 het studenten-team om te zetten naar het bedrijf DENS. Dit bedrijf richt zich op het aanbieden van een off-grid stroomvoorziening op basis van de eerder ontwikkelde Hydrozine techniek.
Hoe werkt het nu precies? Max legt uit: ‘In de brandstoftank van de generator gaat zo’n 6000 liter Hydrozine, daar kan je maar liefst een maand lang acht uur per dag op vollast mee draaien. In de generator wordt de Hydrozine omgezet in waterstof en vervolgens in elektriciteit door een conventionele brandstofcel. De opgewekte energie wordt direct opgeslagen in een accu, hierdoor kan de generator een half uur lang een pieklast van 40kva leveren en continu 25kva’.
Wat deze techniek zo bijzonder innovatief maakt is dat de vloeibare waterstofdrager Hydrozine veel eenvoudiger en veiliger is op te slaan dan waterstof, dat onder druk moet worden opgeslagen. Hierdoor kunnen grote hoeveelheden worden opgeslagen en getransporteerd in standaard RVS- of kunststofverpakkingen. Ter illustratie: met de gevulde 6000 liter tank in de generator kun je bijna evenveel waterstof maken als je kunt vervoeren met een volle vrachtwagen (tube)trailer. Daarnaast is de ontbrandingstemperatuur vergelijkbaar met die van diesel. Als je een lucifer erin stopt zal deze niet ontbranden maar doven. De gebruikte Hydrozine wordt duurzaam opgewekt met als basis biogas uit een mestvergister. Ook wordt er inmiddels gewerkt aan een techniek om Hydrozine op basis van elektriciteit te kunnen generen (hydrolyse).
In de praktijk: ervaringen op de bouwplaats
En hoe pakt het nu uit in de praktijk? Luuk Verwijmeren machinist bij JvESCH vertelt dat er wel een aantal leerpunten waren. ‘Het grootste leerpunt voor mij was dat een betrouwbare stroomvoorziening op locatie ontzettend belangrijk is. De Hydrozine aggregaat moest terug naar de leverancier voor aanpassingen waardoor wij de elektrische machines op één dag maar beperkt konden gebruiken en het werk die dag stil lag. Uiteindelijk hebben we dit deels opgelost doordat we de stroomvoorziening van een lokale boer mochten gebruiken, hierbij hadden we echter wel een beperkte laadcapaciteit.
Ook blijkt het handig om de stroomvoorziening zo dicht mogelijk in de buurt van het project te hebben om tussendoor te kunnen bijladen. Het vergt ook een andere manier van werken om zo efficiënt mogelijk met de beschikbare accucapaciteit om te gaan. Het team moet steeds vooruit denken en het werk afstemmen op de resterende elektriciteit die nog in de accu zit.
Het blijkt voor het team fijn om te werken met een elektrische bandenzaag, de Wacker stamper en trilplaat. Alle drie zijn ze stiller dan de benzine-variant, al had de trilplaat wel een vrij beperkte accuduur. De elektrische minigraver draaide in het werk hetzelfde als de diesel variant, alleen viel deze machine steeds terug in de eco-stand. En als je dan weer verder wilt, moet je steeds even wachten tot de machine genoeg hydraulische druk heeft opgebouwd’.
Concluderend
Uitvoerder Wilfred van den Bliek zag dat in de uitvoering van het werk nog verschillende uitdagingen waren te overwinnen: ‘Zo was het door een dubbele beveiliging niet mogelijk om de vrachtwagen aan de generator op te laden. En het bleek niet mogelijk om een emissieloze asfaltzaagmachine te vinden. Veel machines waren daarnaast een stuk duurder in gebruik. Zo was de huur van de vrachtwagen 2,5 a 3 keer de huur van een reguliere en kon deze door de beperkte actieradius niet worden ingezet voor andere projecten zoals gebruikelijk is’.
Kortom voor JvESCH verschillende leerpunten en uitdagingen om mee te nemen naar een volgend emissieloos project en een heleboel kansen voor marktpartijen om op te pakken.