Ruim 60 jaar geleden besloot Jan van Esch in het Brabantse Cromvoirtte stoppen met boeren. Hij ging zich richten op het maaien van bermen. Hiermee legde hij de basis voor een bloeiend familiebedrijf waar inmiddels de derde generatie aan het roer staat. Een gesprek met kleinkinderen Ton en Inge van Esch.
Vorig jaar werd het 60-jarig jubileum groots gevierd. Met een personeelsfeest, teambuildingsdag en een goedbezochte open dag. “Het was zoals we dat op z’n Brabants zeggen ‘kei-druk’”, lacht Inge. Samen met haar neef Ton en trouwe collega Willy den Ouden vormt ze sinds 2021 officieel het directieteam van JvESCH. De J verwijst naar opa Jan. De taakverdeling is helder: Inge is verantwoordelijk voor de algemene bedrijfsvoering en de financiën, Ton houdt zich bezig met de uitvoering, de werkplaats, gebouwbeheer en materieel. Willy is commercieel directeur en stuurt het bedrijfsbureau aan.
Was het voor jullie altijd vanzelfsprekend om in het bedrijf te komen?
Ton: “Ja, ik wilde lange tijd hetzelfde doen als mijn vader Hans. Hij leidde het bedrijf met zijn broer Jos, de vader van Inge. Ik deed de groenopleidingen en werkte een tijdje bij een ander bedrijf. Rond mijn 25ste begon ik hier op het bedrijfsbureau met werkvoorbereiding, planning en calculatie. Ook was ik projectleider.”
Inge: “Ik was er niet zo bewust mee bezig eigenlijk. Toch bleek het na mijn studie Bedrijfsmanagement MKB een logische stap. Zo’n 9 jaar geleden begon ik net als Ton op het bedrijfsbureau, waar ik me bezighield met calculatie, werkvoorbereiding, de standaard RAW-bestekken en de UAV-GC contracten. Ondertussen kreeg ik de financiën er steeds meer bij en de algemene bedrijfsvoering. Willy werkt al zo’n 30 jaar bij het bedrijf, in allerlei functies. Van medewerker op het bedrijfsbureau tot vestigingsmanager en vervolgens commercieel directeur.”
Hoe is de overdracht van het bedrijf gegaan?
Ton: “Heel geleidelijk. We hebben daar ongeveer 5 jaar voor uitgetrokken, toen onze vaders aangaven met pensioen te willen. Stukje bij beetje hebben wij steeds meer van hun taken overgenomen.”
Inge: “We zijn in de directiefuncties gegroeid, dat is goed bevallen. Een jaar geleden is de overdracht formeel afgerond. Onze vaders zijn beiden nog betrokken bij het bedrijf. Mijn vader is de drijvende kracht achter onze eigen vakopleidingen. Ook doet hij nog acquisitie en geeft hij af en toe advies.”
Ton: “Mijn vader is nog regelmatig in de werkplaats en loods te vinden. Ze bemoeien zich beiden niet met onze bedrijfsvoering. We waarderen het erg dat zij ons onze eigen fouten laten maken. Uiteraard wel met het doel dat we er zelf van leren.”
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van jullie bedrijfsvoering?
Ton: “We werken integraal. Dat houdt in dat we alle disciplines in huis hebben voor de aanleg en het onderhoud van buitenruimten. Dus niet alleen groenvoorziening, bomen en sportvelden, maar ook infra werk, sloop en sanering. We denken graag mee met de integrale aanpak van projecten, zodat we al in de planvorming de meest duurzame, toekomstbestendige oplossing kunnen aandragen waar je dan ook in het onderhoud meer plezier van hebt.”
Inge: “Duurzaamheid, verantwoordelijkheid voor onze omgeving, kwaliteit en innovatie zijn onze kernwaarden. We willen het beste voor de buitenruimte. Onze slogan is dan ook ‘Buiten zit bij ons van binnen’. Daarbij investeren we graag in duurzame samenwerking met onze klanten, partners en leveranciers.”
Wat is voor jullie de meerwaarde van het VHG-lidmaatschap?
Inge: “Het is fijn dat we op HR-gebied terug kunnen vallen op de deskundigheid van de adviseurs van de Ondernemershelpdesk. Ook over CO2-reductie heb ik wel eens een vraag voorgelegd. Verder kunnen we binnen de NOG (Nederlandse Organisatie van Groenvoorzieners – red.) netwerken met collega’s, dat is waardevol.”
Wat zijn momenteel jullie grootste uitdagingen?
Inge: “De personele bezetting. Net als andere bedrijven hebben we de nodige vacatures. Daarnaast hebben we te maken met andere wensen van medewerkers, bijvoorbeeld als het gaat om parttime werken. Op zich geen probleem, maar het is planning technisch nog wel eens een puzzel.”
Ton: “De energietransitie en circulair werken. We zijn volop bezig met elektrificatie van ons materieel. Daarbij moet je goed nadenken wat je doet, zodat het in de hele uitvoeringslijn praktisch werkbaar is. Daar betrekken we ook onze medewerkers bij. Verder willen we graag voor in het peloton zitten als het gaat om nieuwe ontwikkelingen en marktkansen. Denk aan duurzame keuzes maken, investeren in nieuwe technieken en machines, werken met nieuwe contractvormen en vooral goed anticiperen op vragen van klanten.”
Waar willen jullie over 5 jaar staan?
Inge: “Dat we werken met klanten die bij ons passen en onze integrale visie delen. Opdrachtgevers die met ons de uitdaging aan willen gaan om de buitenruimte te verduurzamen met oog voor de omgeving en het klimaat.”
Ton: “Het doel is om dan nog meer een zelfsturende organisatie te zijn, waarbij de klant ervaart dat er een team is van specialisten die zich verantwoordelijk voelen voor zijn project.”
Waar zijn jullie het meeste trots op?
Inge: “Het familiaire karakter van ons bedrijf: de open en gemoedelijke sfeer. Dat had onze opa Jan ook voor ogen en zit er nog altijd in.”
Ton: “Dat we met een mooie club mensen dezelfde kant op willen en dat er mooie opdrachten naar ons toekomen.”
Dit interview verscheen in het VHG Magazine, nummer 1, jaargang 17, Februari 2023. Tekst is geschreven door Annemieke Bos, Foto’s zijn gemaakt door Michiel Pothoff.